Vreemd in mijn hoofd

In de loop van de nacht heb ik haar al een
paar keer gezien, terwijl ze lag te slapen.
Ook ben ik een keer met haar naar het
toilet gelopen. Dan komt ze met grote
angstige ogen opeens aanrennen.
Als ik rustig naar haar toe loop, vliegt ze
mij om mijn nek. Een grote stevige vrouw,
die trilt als een rietje. Ik neem haar mee
naar haar kamer. Ik stop haar in haar
eigen bed en ik ga zelf op de rand zitten.
Ze houdt mij stevig vast.

‘Het is zo vreemd in mijn hoofd’, zegt ze.
‘Het is net of zitten er allemaal gaten in.’
‘Ik weet niets meer….en dat maakt me zo
bang.’ Uit haar dossier weet ik, dat ze al
heel jong wist wat ze wilde, medicijnen
studeren.

Ze heeft voor haar tijd ongebruikelijke
keuzes gemaakt, uit het leven gehaald
wat erin zat. Wat studeren betreft kon er
in haar hoofd altijd wel iets bij.
Wat hopeloos streel ik met mijn hand over
haar rug, geraakt door haar intense
verdriet.
In het Fries, haar en mijn moedertaal, zeg
ik dat ik hoop, dat ze niet vergeet hoe
lief ze is! Ondanks alle tranen verschijnt er
even een glimlach van herkenning op haar
gezicht.