Afscheid

Ze ligt in haar stoel en reageert nauwe-
lijks; een kleine Indische vrouw omringd
door haar kinderen en kleinkinderen.
De kinderen willen vanavond zelf voor
haar zorgen.
Een zorg, die ik met de beste
wil van de wereld niet zo kan bieden.
Dit voelt voor mij als een warm bad.

De volgende avond zit ze rechtop in haar
stoel. Ze ziet er prachtig uit, pakt mijn
hand en zegt:”Je hoeft niet voor mij te
zorgen vanavond, maar ik wil graag dat
je luistert…”
Terwijl ze mijn hand vast-
houdt, vertelt ze dat ze binnenkort
doodgaat. Het is genoeg geweest.
Tien kinderen heeft ze groot gebracht,
ze zijn in deze kamer bij haar.
Ze vertelt
hoeveel ze van haar kinderen en klein-
kinderen houdt, maar dat God voor haar
op de eerste plaats komt en dat ze daar
nu naar toe wil.
Ze vertrouwt erop dat
haar kinderen in haar geest voortleven.
Ze neemt ook afscheid van mij. “Voor-
lopig zullen we elkaar niet meer zien,”
zegt ze, “maar eens zullen we elkaar
weer tegenkomen.”
Lieve, kleine Indische
mevrouw: in mijn hart heeft u een
onuitwisbare indruk achter gelaten.